Maand: maart 2023

Gedoogdemocratie

Het begrip “gedoogdemocratie” wordt veel besproken in de Nederlandse politiek, vooral sinds de opkomst van de populistische partij de PVV en haar samenwerking met de minderheidsregering van Rutte I. In zijn boek “Gedoogdemocratie: Samenwerken op leven en dood” heeft Pieter van Vollenhoven voor het eerst het idee van gedoogdemocratie naar voren gebracht. Dit artikel zal de lezer toelichten wat de gedoogdemocratie is en waarom meerdere politicologen en filosofen hierover hebben geschreven.

In een gedoogdemocratie wordt een minderheidsregering toegestaan door een of meer andere partijen die niet deel uitmaken van de regering. De minderheidsregering beschikt dus niet over de steun van de meerderheid in het parlement en is aangewezen op de gedoogpartij(en). De gedoogpartij kan bijvoorbeeld besluiten de minderheidsregering te steunen bij belangrijke stemmingen, maar zich onthouden van steun voor andere beslissingen.

In zijn boek “Gedoogdemocratie: Samenwerken op leven en dood” stelt Pieter van Vollenhoven voor dat gedoogdemocratie een belangrijke rol kan spelen bij het oplossen van politieke stilstand en het bevorderen van samenwerking tussen verschillende politieke partijen. Hij zegt dat gedoogdemocratie een manier van samenwerken is die praktisch is, en dat het gaat om het vinden van dingen die we gemeenschappelijk belangrijk vinden in plaats van overeenkomsten in onze ideologie.

Ook de Nederlandse politicoloog en filosoof Pieter Kane heeft het begrip gedoogdemocratie besproken in zijn werk. In zijn artikel “Gedoogdemocratie: een noodzakelijk kwaad?” (2012) bespreekt Kane de voor- en nadelen van gedoogdemocratie. Hij zegt dat gedoogdemocratie aan de ene kant kan helpen politieke stabiliteit te creëren en aan de andere kant kan voorkomen dat er politieke ruzies ontstaan. Maar aan de andere kant zegt hij ook dat gedoogdemocratie kan leiden tot verwarring over wie er verantwoordelijk is en het ontbreken van een democratische basis. 

Kane is van mening dat, wanneer er sprake is van gedoogdemocratie, er zorgvuldig moet worden nagedacht over de voorwaarden waaronder gedoogsteun kan worden verleend. Hij is van mening dat er bij het gedogen altijd duidelijke afspraken moeten zijn en dat de gedoogpartij(en) niet te veel moet(en) toegeven aan de minderheidsregering. Hij denkt dat er meer openheid moet komen in de manier waarop er wordt besloten en dat het parlement een duidelijke rol moet krijgen in het toezicht op de gedoogconstructie.

Het gedoogakkoord tussen de PVV en Rutte I heeft in Nederland veel discussie over gedoogdemocratie opgeroepen. Hoewel gedoogdemocratie politieke stabiliteit en samenwerking kan bevorderen,

Dit kan leiden tot ondemocratische praktijken die de geldigheid van de overheid in twijfel trekken en de verantwoordelijkheden onduidelijk maken. Het is dus heel belangrijk dat gedoogsteun verantwoord wordt gebruikt, met heldere afspraken en een open besluitvorming.

Wanneer de overheid bepaalde zaken toestaat, kan dit leiden tot verdeeldheid en een gespannen sfeer in de samenleving. De PVV en Rutte I werkten samen, maar dat was erg moeilijk omdat Geert Wilders van de PVV heel veel kritiek kreeg van andere mensen, vooral over zijn uitspraken over mensen die naar Nederland komen en over de islam. Dit heeft onderlinge spanningen tussen etnische groepen veroorzaakt en kan de sociale aanhechting verminderen.

Kane stelt in zijn werk dat gedoogdemocratie alleen kan functioneren als er sprake is van een politieke sfeer waarin partijen bereid zijn samen te werken en gemeenschappelijke belangen te verkennen. Om deze constructie van gedoogbeleid te laten slagen, zijn een cultuur van respect en vertrouwen tussen politieke partijen en een breed maatschappelijk draagvlak vereist.

Het politieke concept van de gedoogdemocratie is zowel interessant als omstreden en krijgt veel aandacht in de Nederlandse politiek. Echter, we moeten ook niet vergeten dat gedoogdemocratie niet de ultieme oplossing is voor alle politieke problemen. In sommige gevallen kan het zelfs nadelig zijn om een minderheidskabinet te ondersteunen door het gedogen van hun beleid. Wanneer de partij die gedoogsteun verleent, bijvoorbeeld te ver af staat van de ideologie of standpunten van het kabinet. Wanneer dit gebeurt, kan het de politieke onrust vergroten.

Een ander kenmerk van de gedoogdemocratie is dat kleine partijen meer politieke macht kunnen krijgen. Dit kan ervoor zorgen dat er meer verschillende soorten politieke partijen in het parlement komen, maar het kan ook leiden tot een vermindering van politieke eenheid en een gebrek aan duidelijke meerderheden.

Pieter Kane zegt dat gedoogsteun een manier is om politieke doelen te bereiken, niet alleen een manier om problemen op te lossen. Tijdelijke politieke doelen en idealen mogen nooit de enige basis zijn voor gedoogsteun, er moet altijd sprake zijn van gemeenschappelijke politieke doelen en idealen. Dit vraagt van politieke leiders dat zij bereid zijn de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het uitvoeren van hun beslissingen en de consequenties van het negeren ervan.

Hoewel er in het verleden wel verschillende voorbeelden zijn geweest, is op dit moment in de Nederlandse regering geen sprake van een gedoogconstructie. Het kabinet-Rutte I, waarin de PVV de minderheidsregering van de VVD en het CDA tolereerde, was van 2010 tot 2012. De PVV kreeg hierdoor invloed op het beleid rondom immigratie en integratie. Een ander voorbeeld is het minderheidskabinet Balkenende III in 2006-2007, waarbij de regeringspartijen CDA en VVD gedoogsteun kregen van de LPF, een partij die was voortgekomen uit de erfenis van Pim Fortuyn.

Er zijn ook andere landen waar ze gedoogconstructies kennen. Net als in België, waar de overheid meestal afhankelijk is van de tolererende steun vanuit de Vlaamse en Franstalige gemeenschap om te kunnen functioneren.

Er zijn omstandigheden denkbaar die gedoogconstructies zelfs noodzakelijk maken. Specifieke maatschappelijke ontwikkeling als broedmoeder van de gedoogconstructie

In conclusie kan gesteld worden dat gedoogdemocratie een politieke constructie is die kan bijdragen aan politieke stabiliteit en pluraliteit, maar ook nadelen met zich meebrengt. Het vereist politiek leiderschap en verantwoordelijkheid om gedoogsteun op een verantwoorde en transparante manier toe te passen. In Nederland zijn er verschillende voorbeelden geweest van gedoogconstructies in de regering, maar het blijft een kwestie van specifieke context en politieke omstandigheden of gedoogsteun een haalbare en wenselijke optie is.

Mert Kasmer

Maud (20) en Jochem (19) over waarom ze hebben gestemd

Net als bij voorgaande verkiezingen hebben velen van ons afgelopen week weer gestemd voor de provinciale staten en waterschappen. Van de kiesgerechtigden heeft 57,5 procent gebruikgemaakt van zijn of haar stemrecht. Dit is een verhoging ten opzichte van 2019, toen 56,1 procent van de kiesgerechtigden een stem uitbracht. Ik heb ook mijn Burgerplicht vervuld en heb opgemerkt dat er meer jongeren zijn die gaan stemmen. In dit artikel vertellen Maud en Jochem waarom ze hebben gestemd.

Maud (20 jaar, student informatica aan de Universiteit Utrecht) 

Ik heb eindelijk gewacht in die rij en gestemd! Ik ben een tweedejaars studente Informatica. Ik ben studente aan de universiteit van Utrecht en ga graag met mijn vriendinnen een glas wijn drinken. Het coronavirus heeft mijn leven, net als dat van vele anderen, op zijn kop gezet toen ik net zeventien jaar was. Door het verlies van contact met mijn vriendinnetjes werd ik minder sociaal. Mijn studie werd moeizamer en ik had het onbehaaglijke gevoel dat ik ergens niet meer paste. Dagen werden weken en weken werden maanden en langzaam maar zeker voelde ik me leeg. Alles waar ik eerst belang aan hechtte leek onbereikbaar. We hadden bezorgdheid voor onze grootouders en namen afstand van hen. Toen ik net achttien was, overleed mijn geliefde oma en heb ik niet volledig van haar kunnen genieten. Toen mijn sociale leven ophield en oma stierf, voelde ik me heel eenzaam. Ik heb nog steeds moeite met het maken van nieuwe vriendinnen, dus ik ben heel dankbaar voor de vriendinnen die ik nu heb. Hoewel iedereen de moeilijkheden van die periode heeft ondervonden, had ik het gevoel dat ik er alleen voor stond. Hoewel mijn ouders thuis steevast op de VVD hadden gestemd, begonnen ze zich steeds vaker gefrustreerd te uiten over hoe lastig het was geworden om de eindjes aan elkaar te knopen. Dit had dan ook bij hen het wantrouwen in de VVD doen toenemen. Ondanks dat Mark Rutte zei “Dit nooit meer”, hebben we keer op keer een teleurstelling van de overheid gekregen. Momenteel wonen we in een kleiner huis en moet mijn moeder fulltime werken, terwijl mijn vader soms 50 uur per week werkt. Ze zorgen ervoor dat ik aan niets ontbreken zal en dat ik mijn studie goed kan volgen. Tijdens de laatste verkiezingen heb ik voor een partij gestemd die hoop biedt aan de jongeren, zodat we de belofte van “Nooit Meer” echt kunnen waarmaken. Ik weet ook dat het niet aan de VVD ligt, want ze hebben ook moeilijke tijden gehad tijdens het regeren. Toch had ik gehoopt dat ik nooit zo lang hulpeloos op bed hoefde te liggen wachten voordat ik hulp kon krijgen van de GGZ. Woensdag heb ik op BBB gestemd in de hoop dat er door deze politieke partij meer aandacht en hulp zal komen voor jongeren in mijn situatie; “dit kan en mag nooit meer”. 

Jochem (19 jaar, student marketing en communicatie aan de Hogeschool ‘s-Hertogenbosch)

Ook ik heb mijn stem uitgebracht voor het eerst dit jaar. Mijn salaris is, vergeleken met dat van mijn vrienden, niet slecht. Dit komt mede doordat ik een Bbl-opleiding volg. Ik heb voor mijn kameraad gestemd die ons nu vanuit de hemel toeziet. Op dit moment woon ik met mijn ouders in Rosmalen en heb ik hier altijd met veel plezier geleefd. Toch heb ik kortgeleden veel onrust in onze omgeving gevoeld. Mijn maatje overleed vorig jaar aan de gevolgen van een heftig auto-ongeluk. We zijn in de kracht van ons leven en de wereld ligt aan onze voeten. We hadden een auto gehuurd in Duitsland en besloten wat rond te rijden of ons “stoer” te gedragen, zoals we vaker hadden gedaan tijdens stomme avonden. We hadden de hele nacht naar ‘immortal technique’ geluisterd, een Amerikaanse rapper die rapt over maatschappelijke problemen. Hij was intelligent en sprak vaak over politiek en hoe hij bepaalde dingen wilde veranderen, maar ik onderbrak hem vaak omdat ik er geen behoefte aan had om over politiek te praten. Ik weet dat hij een echte CDA-stemmer was en achter de meeste standpunten stond, maar ik had er zelf geen kaas van gegeten. Nadat hij was begraven, heb ik alleen maar naar ‘immortal technique’ geluisterd en gehoopt dat hij er nog zou zijn zodat ik met hem over politiek kon praten. Nadat ik mijn stempas had ontvangen, besefte ik meteen dat ik op het CDA zou stemmen. Ik heb mezelf ook verder ingelezen over het CDA en sta er nu achter. Het geeft me voldoening om me bezig te houden met politiek, want dat zou hij graag hebben gewild. Wanneer ik ouder ben, wil ik een bedrijf leiden dat zich richt op het helpen van jongeren, vooral door hen bewust te maken van de gevaren van roekeloos autorijden. Ik weet nog niet precies hoe ik dat ga aanpakken, maar dat komt dan nog wel. 

Maud heb ik benaderd via sociale media en zij was bereid haar verhaal te delen, Jochem ken ik van de schoolbanken en die heb ik gebeld toen ik aan dit onderwerp wilde werken. Het waren unieke gesprekken die ik met jullie beiden heb kunnen voeren, ongeacht jullie politieke standpunten, beiden met een stem voor de jongeren. Hoewel het soms allemaal moeilijk lijkt, zetten we door en hopen op een goede dag. Iedereen heeft zijn eigen manier van stemmen. Ik heb bewust gekozen voor Maud en Jochem om nogmaals de struggles van jongeren onder aandacht te brengen. Ik snap dat jongeren zich soms niet meer gehoord of gezien voelen. 

Dank jullie wel, Maud en Jochem, voor de prettige gesprekken en de nieuwe inzichten die ik van jullie heb ontvangen. Jullie hebben zeker alle reden tot trots! 


Mert Kasmer

Dromen van de gastarbeiders

Al in mijn tienerjaren was ik erg geboeid door wat met media, politiek, en samenleving te maken had. Hoewel ik officieel nog maar enkele maanden de tienerjaren heb verlaten, voelt het voor mij al heel lang geleden. Ik heb het licht gezien in 2001, in een kleine stad in het Zuiden van het land, genaamd Oss. Hoewel ik de zoon van Turkse ouders ben, heb ik mezelf nooit als Turk beschouwd.

Mijn voorouders zijn de eerste Turkse arbeidsmigranten die in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw naar dit land zijn gekomen. Mijn grootouders zijn naar dit land gekomen om een betere toekomst te hebben en zich aan te passen aan de cultuur; dat laatste bleek erg moeilijk. Er werden “Turkse scholen, cafés, winkels enzovoort” overal gevestigd. In het verleden was ik boos op mijn voorouders omdat ze zichzelf nooit hebben aangepast, maar hoe hadden ze zichzelf kunnen aanpassen?

De levensomstandigheden hier waren niet veel beter voor hen dan waar ze vandaan kwamen. Het moet gezegd worden, de Turkse cultuur was hier verantwoordelijk voor. De Turkse cultuur werd ook in Nederland nageleefd, hoewel ze in Nederland woonde, maar de Turken hebben Nederland aangepast aan hun eigen cultuur. De zonen kregen werk in de fabrieken of gingen naar Turkse scholen. De dochters moesten thuis voor de ouders zorgen of werden op jonge leeftijd al uitgehuwelijkt zodat er meer familie in Europa terecht kon komen. Arbeidsmigranten wilden zich steeds minder aanpassen of sommige tradities verlaten, ze hadden slechts een doel: zodra we genoeg geld hadden, zouden we terugkeren.

Ik was geërgerd met mijn voorouders omdat ze niet met hun tijd meegingen en zich heel “ouderwets” hebben gedragen. Wat konden ze er anders aan doen, ze deden alleen wat ze van hun ouders hadden geleerd. Dus waarom zouden ze hun manier van doen aanpassen, als je toch weer terugkeert.
Als je weer in Turkije bent, zullen ze zich zeker afvragen wat er met je is gebeurd. Ik wil niet dat ze tegen me zeggen dat ik mijn dochter naar een school heb gestuurd waar ze met allerlei mannen in aanraking komt.

Vooral de vrees voor kritiek van andere Turken was aanwezig. Mijn moeder is getrouwd toen ze zestien was, met een neef van haar. Dus mijn vader en moeder waren neef en nicht van elkaar. Dit was een besluit van mijn grootvaders, zodat ook de familie van mijn moeder naar Nederland kon komen. Ik was er vroeger van overtuigd dat mijn ouders gelukkig waren, maar helaas was dat niet het geval. Vijf kinderen en een groot aantal huwelijksproblemen, later heeft mijn vader mijn moeder met vijf kinderen in de steek gelaten. Mijn moeder is een sterke vrouw geweest, en ondanks alle omstandigheden heeft ze het voor elkaar gekregen. Ze had vijf kinderen, kwam net van een dubbele dienst en moest toch met hen naar school rennen. Ze was aangesteld als hulpjuf op onze basisschool, zodat ze haar kinderen langer kon zien, vertelde ze ons altijd.

In latere conversaties met haar kwam ik erachter dat ze droomde om Juffrouw of verpleegkundige te worden voordat ze zou worden uitgehuwelijkt. Net als mijn moeder hebben vele andere Turkse en Marokkaanse vrouwen hun dromen moeten laten varen en konden nooit laten zien hoe moeilijk het voor hen was.

Na het bekijken van het uitgebreide rapport van CBS met cijfers van alleenstaande moeders met Turkse en Marokkaanse afkomst, schrok ik in het begin. Deze moeders zijn een voorbeeld voor ons, ze laten zien dat we trots kunnen zijn op onze cultuur, en dat we de negatieve kanten ervan kunnen loslaten. We zullen dit voorbeeld geven aan onze nakomelingen en zo een goede traditie doorgeven aan toekomstige generaties.

Mert Kasmer

© 2023 Kasmer

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑